Spring naar inhoud

Eens per jaar gaan de kinderen van de basisschool langs de deur om kinderpostzegels en kaarten te verkopen. De opbrengst is bestemd voor hulpprojecten voor kinderen. Vroeger was dat misschien zo. Tegenwoordig moet eerst ruim een ton worden opgebracht voor de directeur Kinderpostzegels. Dat verdient het mens namelijk jaarlijks. Steeds meer basisscholen hebben er dan ook geen zin meer in om zich voor het karretje van de Kinderpostzegelactie te laten spannen.

De leerkrachten, in tegenstelling tot eerdergenoemd directeur, worden onderbetaald en overbelast. Van hen wordt verwacht dat ze gratis hun medewerking verlenen. Het gaat toch immers om het goede doel? Het typische is dat de directeuren van al die goede doelen allemaal heel goed verdienen, terwijl al het werk door vrijwilligers wordt gedaan. Zij strijken de eer èn het geld op. Ik werk daar niet langer aan mee. Het is niet leuk om neen te moeten zeggen tegen een kind dat bij jou aanbelt en je met een hoopvolle blik vraagt: "Kinderpostzegels mevrouw?". Toch ga ik dat de volgende keer doen, ik hoop u ook.

Men zegt dat wij in een democratie leven, maar is dat eigenlijk wel zo? In een democratie geldt in principe de wet van de meeste stemmen; de meerderheid bepaalt. In de praktijk echter, heeft in Nederland de minderheid het voor het zeggen; de klagers en klikkers onder ons. Zij bepalen wat er gebeurt. Zoals bijvoorbeeld Quincy Gario, die in zijn eentje een leuk en onschuldig kinderfeest om zeep wist te helpen, met dank aan de media die de man een podium verschaften! Er worden blind maatregelen getroffen naar aanleiding van een klacht. Niet gekeken wordt naar het aantal personen dat klaagt, maar naar het aantal keren dat geklaagd wordt. Eén notoire klikspaan kan twintig keer klagen over geluidsoverlast van bijvoorbeeld een jeugdhonk en er staan twintig klachten geregistreerd naar aanleiding waarvan vervolgens wordt ingegrepen, ook al hebben alle andere omwonenden er helemaal geen problemen mee.

Dit geldt ook voor het rookbeleid in de horeca.  De gemiddelde vaste horecabezoeker rookt, een groot deel van het personeel vaak ook en de overige bezoekers hebben daar totaal geen moeite mee. Dan komt er op zondag een verzuurd stel binnen dat één kopje koffie nuttigt en vervolgens een klacht indient omdat er binnen gerookt wordt. Gevolg: controle en een fikse boete voor de horeca-ondernemer, waarop vervolgens niemand binnen meer mag roken. Dit heeft tot gevolg dat het aantal vaste bezoekers gestaag afneemt en er weer een goedlopend café failliet gaat. Allemaal vanwege één klager dus! Er zijn prima afzuig- en luchtzuiveringsapparaten die zo goed werken dat je helemaal niet eens merkt dat er binnen gerookt wordt, maar dat wordt dan natuurlijk weer niet als oplossing toegestaan. De VVD pretendeert een liberale partij te zijn, maar wat is er in godsnaam liberaal aan het rookbeleid in de horeca? Laat elke horecagelegenheid zelf bepalen of er al dan niet binnen gerookt mag worden en dit bij de ingang duidelijk zichtbaar vermelden. Dan kan iedereen zelf bepalen waar hij een drankje wil nuttigen.

Zo beïnvloedt dus een relatief klein aantal mensen het leven van grote groepen mensen. De overheid speelt hier gretig op in; klikken en klagen wordt gestimuleerd, het levert immers geld op! Gewoonlijk is er nergens een politieagent te bekennen, want die kost geld, maar je struikelt over de controleurs  in alle soorten en maten. We leven in een politiestaat zonder politie zal ik maar zeggen.